visie
Het primaire onderwijs lijkt te kort te schieten als het gaat om cultiveren van creativiteit. Terwijl het een van de generieke competenties is die benoemt word in de 21eeuwse vaardigheden.
Er liggen veel leerervaringen verborgen in creatieve activiteiten waar we in het primair onderwijs behoefte aan hebben. Leerervaringen die bijdragen aan persoonlijke ontwikkeling, spreek en taalvaardigheid en vele elementen waar we naar op zoek zijn voor het vak burgerschap. Burgerschap is sinds 2019 een verplicht element voor elke basisschool in Nederland er wordt echter nog maar mondjesmaat vorm aangegeven. Deze vaardigheden kun je oefenen op een speelse wijze In de praktijk, als het ware cultivering van de geest middels creativiteit en kunst.
Ik heb een prachtige methode ontwikkeld om de 21e-eeuwse vaardigheden op de basisschool te praktiseren. Deze activiteiten die op zinvolle wijze ingezet worden, gegeven door mij als vakdocent met ruime ervaring in het primair onderwijs, om de leerlingen denkvaardigheden zoals kritisch, probleemoplossend en creatief denken aan te leren. Deze vaardigheden worden op speelse wijze geoefend binnen de leerlijn van creatief denken en handelen deze vaardigheden zijn via de andere hoofdvakken lezen en rekenen moeilijk te behalen zijn.
Expressie is van groot belang voor de persoonlijke en sociale ontwikkeling. Bij de kunstzinnige vakken krijgen de kinderen de kans iets van zichzelf te laten zien. Het geeft de kinderen zelfvertrouwen en versterkt hun autonomiegevoel. De fantasie van een kind komt op gang rond het achtste levensjaar. Kinderen die leren via kunst, geeft ze de vaardigheden van onderzoeken en het leren van vragen stellen. Door kunst stap je in een wereld die wel of niet bestaat. Ze stappen in die wereld en maken zelf het verhaal af. Fantasie is ondergewaardeerd, het is de basis van een vrij mens zijn. Zonder dat kan je, je niet verplaatsen in je binnenwereld. Elk mogelijk idee legt de basis voor innovatief handelen. De leerlingen krijgen ruimte en tijd om de binnenwereld te ontwikkelen. Op deze wijze ontwikkel je sterkere burgers die vrije autonome besluiten kunnen nemen.
wie ben ik
Belinda Hendriks, ik ben geboren in 1973.
Vanuit mijn passie voor lesgeven ben ik 25 jaar werkzaam als vakdocent beeldende vorming in het primaire onderwijs binnen de stichting BOOR. Ik heb in meerdere wijken van Rotterdam de lessen verzorgd en de doorlopende leerlijnen ontwikkelt voor de groepen 1 t/m 8. Ik heb veel ervaring met lesgeven van creatieve vakken aan groepen. Door de ervaringen in de praktijk en de veranderingen die ik heb gezien bij de leerlingen in een wereld die steeds verder digitaliseert, besloot ik de opleiding tot toegepaste filosoof te gaan volgen.
Sinds 2019 ben ik studente aan de Hogeschool voor de Toegepaste Filosofie, het is mijn laatste studiejaar.
De combinatie van mijn vakkennis als docent in creatieve vakken en de competenties die ik ontwikkel als toegepast filosoof heeft mij veel inzichten gegeven in het opbouwen van kritisch, creatief en probleemoplossend denkvermogen. Het filosoferen en persoonsvorming die bepaalde competenties oplevert kunnen, naar mijn mening, een grote bijdrage leveren voor de toekomst van onze leerlingen.
Ik schep er genoegen in om leerlingen te zien ontwikkelen, in een wereld die voor grote veranderingen staat zij hebben een aantal belangrijke competenties nodig om zich te ontwikkelen als sterke individuen weerbaar in deze nieuwe wereld.
Missie
Met de creatieve denkschool wil ik filosofie praktiseren in het primaire onderwijs, door mijn ervaring als vakdocent beeldend heb ik een methode ontwikkelt die aansluit bij de belevenis wereld van de kinderen. De combinatie van creatieve vakken bieden de gelegenheid om een rijke leeromgeving aan te beiden. De leerlingen leren zo op speelse wijze alle competenties die aangereikt moeten worden voor de 21e-eeuwse vaardigheden.
Bij een artistieke beleving is er sprake van een veranderend perspectief, in die zin lenen kunstzinnige werken zich voor bewustwording en bevordering van betrokkenheid.
Onze cultuur is veranderd van een boekcultuur naar een beeldcultuur het is van belang om deze beelden te leren verstaan om er een kritische blik op te kunnen werpen zodat we weerbaarder worden in deze digitaal veranderende wereld. Communicatie maakt mensen. Beelden, taal, muziek, spel en beweging zijn dragers om gevoelens en ervaringen uit te drukken. Zij bieden een spiegel over hoe je je tot de wereld verhoudt, kunt verhouden en wilt verhouden. Kunst heeft daarbij haar eigen kracht in het toevoegen van betekenis. In een eigenzinnige interactie van woordtaal en beeldtaal. Middels kunst leer je jezelf uit te drukken in die verschillende talen.
Door te reflecteren op het werk van jezelf en anderen leer je je gedachten onder woorden te brengen. Leerlingen leren over respectvolle omgang met elkaar.
Bij de lessen vraag ik van de leerlingen een open en onderzoekende houding. Zij onderzoeken hun eigen plek binnen de samenleving, tijdens dit proces leren zij hun gedachtes onder woorden te brengen en gaan daarover in dialoog met anderen.
Dit kan heel goed worden gekoppeld aan de zoektocht naar de eigen identiteit en elementen voor kritisch, actief en tolerant burgerschap. Deze wijze van handelen is een onderdeel van de persoonsvorming waarbij we vormend bezig zijn in opvattingen, houdingen en gedragingen. Het maakt hun vaardig in reflecteren over hun denken en handelen.
Door deze activiteiten aan te beiden samen met reflectie opdrachten en filosofische vaardigheden zoals het socratische gesprek, dialoog, beargumenteren en redeneren leren de leerlingen zich te uiten, standpunt in te nemen en kritisch te denken over hun eigen handelen en dat van anderen om zo tot een betere samenleving te komen. De leerlingen kunnen zich breed vormen en zich beter verhouden in de wereld van de toekomst.